Kleurmuis
MeerZoo caresheet | Kleurmuis |
![]() |
Wetenschappelijke naam: Mus musculus |
Nederlandse naam: Kleurmuis | |
Land van herkomst: De kleurmuis is een kruising van een huismuis en een witte laboratoriummuis. |
|
Grootte: 7 tot 11 cm | |
Leeftijd:één tot drie jaar | |
Gewicht: 25 tot 70 gram | |
Kleur man/vrouw: Zeer divers, alle kleuren zijn mogelijk. |
|
Hé daar! Wat ben jij groot! Ik ben de Mus musculus, maar omdat ik in hele leuke kleuren te vinden ben, noemen andere dieren mij ook wel kleurmuis. Ik ben bijvoorbeeld in de kleuren zwart, geel, grijs, bruin en oranje te vinden, soms heb ik meerdere kleuren. Mijn staart is ongeveer 5 centimeter lang. Ik krijg al kindjes als ik nog maar 3 maanden oud ben. Ik ben dan zwanger voor ongeveer 18 tot 21 dagen en krijg soms wel meer dan 11 kinderen. Ik geef mijn kinderen altijd 2 weken melk, daarna kunnen ze zelf voedsel vinden. Ik ben overal in de wereld te vinden. Wij zijn alleseters. We eten bijvoorbeeld graan, groente, fruit, vlees, gekookte aardapel en insecten. Soms als we echt heel erg honger hebben, dan eten we zelfs textiel. Rassen: Kleurmuizen bestaan in meer dan 50 verschillende kleurslagen, haartypen, tekeningen en uitmonsteringen. Zo zijn er langharige muizen, naakte, muizen met krullen en kunnen ze vlekken hebben die erfelijk zijn, zoals bij lakenvelder en rumpwhite. Enkele haarstructuren zijn ontwikkeld met voor de muis zeer nadelige kenmerken. Naaktmuizen hebben vrijwel geen beharing meer en zijn dus erg gevoelig voor kou. Japanse dansmuizen bewegen zich voort alsof ze dansen. Dit komt door een erfelijke afwijking in het evenwichtsorgaan. Deze muizen kunnen zich niet normaal voortbewegen. Net als bij andere huisdieren worden er voor kleurmuizen shows georganiseerd waar gekweekte exemplaren worden beoordeeld op uiterlijk en gezondheid en prijzen kunnen winnen. Verzorging: Muizen voeden zich hoofdzakelijk met granen, maar ze zijn van nature omnivoor. In dierenspeciaalzaken zijn speciale voeders voor muizen te koop. Hamster-, cavia-, konijnenvoer of iets dergelijks kan slecht zijn voor muizen en bevat dikwijls niet alles wat een muis nodig heeft. Rattenvoer kan wel gevoerd worden. Het is altijd slim om te controleren of er dierlijke eiwitten in het voer zitten. Zo niet, dan moet je deze bijvoeren in de vorm van honden- of kattenbrokjes of meelwormen, verkrijgbaar bij de meeste dierenzaken.
Kleurmuizen zullen niet snel laten zien dat ze ziek zijn, omdat het prooidieren zijn en ze dan een makkelijker doelwit zijn. Als duidelijk is dat een muis ziek is, is het vaak al te laat. De meeste dierenartsen weten wel wat van kleurmuizen af, je kunt dus prima langs gaan. Meestal zul je antibiotica mee krijgen. Omdat muizen sociale dieren zijn, heeft de kleurmuis een soortgenoot nodig. Mannetjes gaan onderling snel vechten, vrouwtjes kunnen prima samenleven. Omwille van de snelle voortplanting worden mannetjes en vrouwtjes apart gehouden. Het is door hun geringe omvang niet praktisch om kleurmuizen te castreren of steriliseren. Het is voor vrouwtjes bijzonder slecht om steeds drachtig te zijn. Een vrouwelijke muis kan het beste voor haar zesde maand haar eerste nest hebben en een tweede voor haar eerste jaar. Na haar eerste jaar groeit de baarmoeder dicht en zal een bevalling dodelijk zijn. Ook als vrouwelijke muizen pas na hun zesde maand een eerste nest krijgen, is de baarmoeder dichtgegroeid en zal de muis de bevalling hoogstwaarschijnlijk niet overleven. Sommige kleurmuizen stammen af van laboratoriummuizen die in het kader van onderzoek naar kanker werden gefokt om snel gezwellen te ontwikkelen. Deze erfelijke gevoeligheid hebben kleurmuizen nog steeds. Kleurmuizen worden meestal tussen de één en twee jaar oud, met uitschieters naar boven en onder. |
|
|