header

Meer zoo caresheet Vierteenschildpad

vierteen.jpg

Latijnse naam: Agrionemys horsfieldii.
Nederlandse naam: Vierteenschildpad, ook wel russische vierteenschildpad genoemd
Land van herkomst: Deze soort bewoont de vlaktes in Zuidwest-Azië (Afghanistan, Iran, Pakistan, voormalig Sovjet Unie) en is daar actief van april tot en met september. In zeer droge gebieden houden ze een zomerrust.
Grootte: 15 tot 20 cm.
Leeftijd:Meer dan 70 jaar.
Gewicht: 1 tot 1,5 kg

Daag! Ik heb een hele moeilijke naam. Probeer dit maar in een keer goed uit te spreken: Agrionemys horsfieldii. Dat viel niet mee toch? Nou, noem mij dan maar Vierteenschildpad. Waarom? Nou… Omdat ik heel verassend vier tenen heb. Ik woon in het zuid westen van Azie. En ik ben heel actief van april tot september. In de andere maanden zie je me wat minder. Ik word maar 20 centimeter groot maar wel meer dan 70 jaar oud! In mei en juni kan ik eieren leggen en na ongeveer 2,5 maanden komen mijn eieren uit, per legsel kan ik wel 1 tot 4 eieren leggen. Ik ben gek op plantdelen en bladeren, maar soms eet ik slakken en vruchten. 

Uiterlijke kenmerken:

De gemiddelde schildlengte is ongeveer 15 tot 20 centimeter lang, maximaal 22 centimeter. De schildpad heeft een bol schild met een donkerbruine tot zwarte kleur. De schildplaten zijn regelmatig en zeshoekig, de randen ertussen zijn geelbruin en maken dat de schildplaten goed te onderscheiden zijn. Ook het plastron is zeer donkerbruin tot zwart met een gele lijnentekening die de randen van de buikplaten volgen. De schildpad draagt slechts vier nagels aan iedere poot, in tegenstelling tot alle andere landschildpadden. De vierteenschildpad is een vrij kleine landschildpadsoort; de vrouwtjes worden maximaal twintig cm en de mannetjes maximaal zestien cm lang. Het schild is vrij plat, rond, zandkleurig met soms hier en daar donkere vlekken. De onderzijde is vaak donkerbruin gekleurd. De huid heeft meestal een olijfkleurige tot gele tint. Vierteenschildpadden zijn uitgerust met een bek waarvan het uiteinde van de bovenkaak haakvormig is. Zowel aan de voor- als aan de achterpoten bevinden zich vier nagels, vandaar de naam `vierteenschildpad’. Aan de staartpunt is een hoornnagel aanwezig..

Gedrag:

Volwassen vrouwtjes zijn onderling heel verdraagzaam, in tegenstelling tot elkaar niet kennende mannetjes. Die kunnen elkaar tijdens langdurige en felle gevechten zelfs ernstig verwonden. Mannetjes die van jongs af aan bij elkaar zitten, geven die problemen meestal niet, maar het is vrijwel onmogelijk in een groep waar mannetjes in voorkomen een `vreemd’ mannetje bij te zetten.

Winterslaap:

Er zijn verschillende meningen over het feit of een schildpad een winterslaap nodig heeft. Mijn advies is om dat de schildpad zelf uit te laten maken. Maak een slaapverblijf met voldoende ondergrond om de schildpad de kans te geven zich in te graven. Als de schildpad er zelf aan toe is om zijn winterslaap te houden zal hij zelf deze plek opzoeken en in winterslaap gaan. Dit gaat bij mij al jaren goed. ’s Winters kunnen de dieren een winterslaap houden, maar heel jonge of zwakke dieren kunnen beter verwarmd gehouden worden omdat het risico van sterfte dan te groot wordt. Voor een succesvolle overwintering moeten de schildpadden wel in een beschutte, koele en vorstvrije ruimte worden ondergebracht (temperaturen van rond de vijf à acht graden Celsius zijn ideaal).

Geslachtsonderscheid

Bij geslachtsrijpe dieren hebben de mannetjes een veel langere staart dan de vrouwtjes. Deze kan tot zes cm lang worden en is aan de basis drie cm breed, terwijl de vrouwen een kort staartje hebben van zo’n twee cm lengte en een staartwortelbreedte van twee cm. De mannetjes missen het holle buikschild dat zo typerend is voor mannetjes van andere landschildpadsoorten.

Vierteen schildpad