Vogels
Kerkuil
Meer zoo caresheet | Kerkuil |
|
Wetenschappelijke naam: Tyto Alba. |
Nederlandse naam: Kerkuil. | |
Grootte: 33 tot 39 cm. | |
Leeftijd:12 tot 15 jaar. De oudste uil is 18 jaar oud geworden. |
|
Gewicht man: Tot 470 gram. Gewicht vrouw: Tot 570 gram. |
|
Kleur man/vrouw: De kleur kan variëren van wit tot bruin met grijs, met zwart-witte vlekjes en druppels. |
|
Oehoe! Ik ben de Tyto Alba, maar ik heet ook wel Kerkuil. Ik ben prachtig wit met bruine vleugels. Ik kom overal in de wereld voor en kan ongeveer 15 jaar oud worden. Ik leg ongeveer 4 tot 7 eieren en die leg ik op verschillende tijden, mijn jongen komen dan ook op verschillende tijden uit. Voor dat de jonge het nest verlaten, zorg ik 4 tot 5 weken voor ze. Ik eet vooral woelmuizen, spitsmuizen, jonge ratten en andere knaagdieren. Kenmerken: Zoals bij veel andere uilen (en ook roofvogels) is het vrouwtje iets groter en zwaarder dan het mannetje. De vogel heeft een dikke kop met donkere ogen en is aan de bovenzijde goudbruin gevlekt en aan de onderzijde licht gestippeld. Deze uil heeft lange poten en is ongeveer 29 tot 44 cm groot. Voortplanting: Het legsel bestaat uit vier tot zes spierwitte eieren. Voortplanting en levensduur: In het wild worden kerkuilen gemiddeld 4-6 jaar. In gevangenschap kunnen kerkuilen 10-15 jaar oud worden of meer, afhankelijk van de verzorging (dieet, behuizing enz.). De kortere levensduur in het wild is dikwijls te wijten aan verkeersongevallen en verdringing als gevolg van verstedelijking. Voortplanting geschiedt doorgaans na het tweede en derde levensjaar en begint meestal in april/maart. De broedperiode valt samen met een overvloed aan kleine knaagdieren en grote insecten in het voorjaar. Het mannetje lokt het vrouwtje, dat tot twee keer per jaar een legsel produceert. Een legsel bestaat uit 3-7 eieren. Na het uitkomen van de eieren brengt het mannetje voedsel naar het nest dat door het vrouwtje wordt bewaakt. Kerkuilen nestelen doorgaans in donkere, verscholen ruimten in schuren van boerderijen, kerktorens of andere gebouwen waar ze in en uit kunnen vliegen. Dit is meestal in de nabijheid van een bosrijke omgeving met weilanden waar ze goed kunnen jagen. Kerkuilen vormen zogenaamde broedparen en wisselen niet van partner. Dit is in gevangenschap ook het geval. Leefwijze: ’s Nachts gaat de kerkuil op zoek naar kleine knaagdieren en soms ook kleine vogels. Tijdens de jacht vliegt hij vooral laag over de grond. Boomholten, ruïnes, schuren en bijgebouwen worden als nestruimtegebruikt door de kerkuil. |
|
Wist je dat... We bijna geen geluid maken als we vliegen |
|
Jonge kerkuilen van een paar dagen oud (uilskuikens) |
|
Grasparkiet
Meer zoo caresheet | Grasparkiet |
|
Latijnse naam: Melopsittacus undulatus |
Nederlandse naam: Grasparkiet | |
Land van herkomst: Australië | |
Grootte: 18-24 cm | |
Gewicht: 30-40 gram |
|
|
Leeftijd: 12-14 |
Ringmaat: 4 mm | |
Kleur man: De grasparkiet kan vele kleuren hebben, maar de vier basiskleuren zijn groen, geel, blauw en wit. De groene kleur lijkt het meest op de grasparkiet die in het wild leeft. | |
Kleur vrouw: De grasparkiet kan vele kleuren hebben, maar de vier basiskleuren zijn groen, geel, blauw en wit. De groene kleur lijkt het meest op de grasparkiet die in het wild leeft. | |
Voliere: De grasparkiet heeft haar volière het liefste buiten staan, als het kan met de voorkant richting het zuiden, want daar voelen de grasparkieten zich het beste bij. In een goede voliere zitten zitstokken en wat klimtuig, zodat de beesten kunnen zitten en spelen. Een betonnen vloer is het makkelijkste om schoon te maken, dus is het een aanrader voor uw voliere. Het beste kunt u er gaas om doen, maar let wel op dat er niks uitsteekt, want daar kunnen de grasparkieten zich aanbezeren. | |
Kweek: nest: Na een viertal weken vliegen de kleintjes voor het eerst uit hun nest, waar ze overigens wel iedere avond opnieuw ingaan om de nacht door te brengen. Na 6 à 7 weken zijn de kuikentjes helemaal zelfstandig en kunnen ze op eigen benen staan. | |
Behuizing: Deels overdekt half open nachthok, nestkasten gehele jaar beschikbaar. | |
Temp/ Luchtvochtigheid: Wintervast | |
Voeding: Zadenmengsels, eivoer, grit en kalksteen. Iedere dag mag uw grasparkiet een klein stukje fruit of groenvoer, maar geen avocado's, want die zijn giftig voor de grasparkieten. Ook kunt u het beste een bakje met drinkwater in de volière zetten. |
Barraband parkiet
Meer zoo caresheet | Barraband parkiet |
|
Wetenschappelijke naam: Polytelis swainsonii |
Nederlandse naam: Barraband parkiet | |
Land van herkomst: Zuid-oosten Australië | |
Grootte: Lengte 40 tot 42 cm inclusief staart | |
Gewicht man: Gewicht vrouw: |
|
|
Leeftijd: |
Ringmaat: 6 of 6,5 mm | |
Onderscheid: Man en pop zijn gemakkelijk van elkaar te onderscheiden omdat er een duidelijk uiterlijk verschil bestaat. Dit verschil zit hem voornamelijk in de kleuren van de kop. Terwijl de kop van de man overwegend geel gekleurd is met een, ter hoogte van de keel, scharlakenrode band is de kop van de pop overwegend groen tot blauwgroen gekleurd. Andere verschillen tussen man en pop zijn het voorkomen van rode veertjes aan de dijen van de pop en het verschil in ogen. De man heeft een oranje-gele iris terwijl deze bij de pop bruin is. | |
Voliere: Grote 4 meter lang x 3 meter breed x 2 meter hoog. | |
Broedblok: Hoogte 60 cm, een doorsnee van 30 cm met een invlieggat met een diameter van 8 cm. | |
Kweek: Er worden 3 tot 5 eitjes gelegd die door het vrouwtje in ongeveer 21 dagen worden uitgebroed worden. Het nest wordt fel verdedigd. Ruim 4 tot 5 weken na het uitkomen vliegen de jongen uit. Ze worden dan nog een poosje door de ouders begeleid en gevoerd. De jongen lijken sterk op het vrouwtje, maar na een jaar of later verschijnen de eerste typerende kleuren bij de mannetjes. |
|
Behuizing: | |
Temp/ Luchtvochtigheid: Wintervast | |
Voeding: Een zaadmengsel voor grote parkieten. Graag lusten ze ook fruit en eivoer, gekiemde zaden en een kleine hoeveelheid insecten worden erg lekker gevonden. Uiteraard horen de vogels altijd naar behoefte maagkiezel en grit op te kunnen nemen. Af en toe een verse wilgentak of friutboomtak doet hun knaagbehoefte goed. |
Halsbandparkiet
Meer zoo caresheet | Halsbandparkiet |
|
Latijnse naam: Psittacula krameri |
Nederlandse naam: Halsbandparkiet | |
Land van herkomst: Het zuiden van India, Sri Lanka en het eiland Rameswaran | |
Grootte: ca 42 cm | |
Gewicht: ca 150 gram |
|
|
Leeftijd: 12-18 |
Ringmaat: 6.5 mm | |
Verschil man en vrouw: Ongeveer op een leeftijd van 3 jaar krijgen de mannen hun kenmerkende zwarte met wit en roze afgezette halsband. De naam halsbandparkiet is hiermee direct verklaard. Het mannetje en de pop zijn door deze halsband goed te onderscheiden. Jonge mannen lijken echter op de pop en bezitten de halsband nog niet. Let daarom bij de koop van deze vogels op dat ze rond de 3 jaar oud zijn, zodat met zekerheid het geslachtsonderscheid zichtbaar is. | |
Kleur: Halsbandparkieten zijn er tegenwoordig in allerlei kleuren van wit tot bont en van blauw tot de standaardkleur groen. | |
Voliere: Grote 4 meter lang x 2 meter breed x 2 meter hoog. | |
Kweek: Hoogte 50 cm, bodemoppervlakte van 25x25. Er worden 3 tot 5 eitjes gelegd en soms wel 6 die de pop uitbroedt. Ze gaat meestal zitten na het leggen van het voorlaatste ei. Na ongeveer 23 dagen komen de jongen uit. Als de jongen uitkomen zijn ze naakt en rozerood van kleur, met bleke snavels en gesloten ogen. Op ongeveer de negende dag gaan de ogen open. Op een leeftijd van 7 weken vliegen ze uit waarna ze nog 2 tot 3 weken door de ouders worden (bij)gevoerd). Jonge halsbanden lijken op de pop, maar hebben kortere verlengde staartveren. Halsbanden brengen slechts één legsel groot. Soms volgt er een tweede leg als de jongen van het eerste legsel in een vroeg stadium gestorven zijn, of als de eieren niet zijn uitgekomen. |
|
Behuizing: Ruime behuizing, zie volière | |
Temp/ Luchtvochtigheid: Winter vast | |
Voeding: Het voedsel bestaat vooral uit zaden, granen, bloemen en nectar, maar eigenlijk is de halsbandparkiet een omnivoor. Van het gebruikelijke tuinvoer eten de vogels het liefste pinda's. De halsbandparkiet wordt in zijn natuurlijk areaal beschouwd als een plaagsoort die 'verspillend' te werk gaat, hij heeft namelijk de neiging om uit halfrijp fruit slechts 1 a 3 beten te nemen en dan naar de volgende vrucht te gaan. Het opbrengstverlies aan zonnebloemen en maïs kan oplopen tot respectievelijk 33 en 4,6% ten gevolge van parkietenvraat. En ze moeten natuurlijk beschikken over maagkiezel en/of oesterschelpen grit. |
Valkparkiet
Meer zoo caresheet | Valkparkiet |
|
Wetenschappelijke naam: Nymphicus hollandicus. |
Nederlandse naam: Valkparkiet. | |
Land van herkomst: Australië. | |
Grootte: 30 tot 33 cm (kop tot staart). | |
Leeftijd:15 tot 20 jaar. |
|
Gewicht: 80 tot 125 gram. |
|
Ringmaat:5.4 / 5.5 mm. |
|
Hoi! Ik ben Nymphicus hollandicus en ik word in Nederland ook wel Valkparkiet genoemd. Als je ooit naar Australië gaat, kom je mij daar vast en zeker tegen. Ik ben makkelijk te herkennen. Ik ben grijs, maar heb oranje wangen en een gele kuif. Ik ben ook vaak in het wit te vinden met rode wangen en ook een gele kuif. Ik kan ongeveer 20 jaar oud worden. Ik leg 3 tot 5 eieren per keer en daar broed ik 18 tot 21 dagen op. Na 4 tot 5 weken kunnen de jongen zelfstandig vliegen. Ik hou erg van zaden en fruit, groente vind ik ook erg lekker! Kenmerken: De valkparkiet is 30 tot 33 cm lang. De vogel is overwegend grijs met witte vlekken op de vleugels. De vogel heeft een lange staart waarvan de middelste staartpennen langer zijn dan de buitenste. |
|
Voliere: |
|
Kweek: |
|
Temperatuur/luchtvochtigheid: |
|
|