Vogels
Rijstvogel (witte/bonte)
MeerZoo caresheet |
Rijstvogel (witte/bonte) |
|
Latijnse naam: Lonchura oryzivora domestica |
Nederlandse naam: Rijstvogel |
|
Land van herkomst: Indonesië; op de eilanden Java, Bali en Bawean. |
|
Overige landen: Vanuit hun oorspronkelijke gebieden zijn ze geïntroduceerd of soms ontsnapt en zijn er populaties ontstaan in Zuidoost-Azië,in sommige delen van India, Skri Lanka, Birma, Thailand, Filipijnen, Hawai en zelfs in de Verenigde Staten, die zelfs een import verbod heeft ingevoerd omdat ze zich nogal snel voortplantten en zelfs bijna een plaag werden. | |
Grootte: 13-14 cm, nieuwe standaard voor shows: 15 cm |
|
Gewicht man: 12 gram, Gewicht vrouw: 12 gram. |
|
|
Leeftijd: 4-5 jaar |
Ringmaat: 3.2 / 3.3 mm |
|
Onderscheid man/vrouw: Een geoefend oog kan het verschil zien aan de snavel, die bij de man wat forser en roder is. Verder kan je via een goede observatie bepalen of een dier een mannetje of een vrouwtje is. Het zijn namelijk alleen de mannetjes die zingen dat lijkt op het klingelen van een belletje. |
|
Gedrag: Het is een rustige vogel die graag leeft in kleine groepjes. Als ze alleen worden gehouden willen ze zich nog wel eens vereenzamen. Een groep kan bestaan van 10 tot 15 vogels. |
|
Voliere: De rijstvogels zitten bij ons samen met fazanten. Dit geeft geen problemen voor voedsel of nestgelegenheid. De grote van de gehele voliere is 8.00 meter lang x 2.00 meter breed x 2.00 meter hoog. |
|
Broedgelegenheid: Rijstvogels zijn redelijk goede kwekers en broeden bijna in alle soorten nestkastjes en broedblokken en zelfs in spleten en boomstronken. Het invlieggat moet wel 5 cm of groter zijn en de maat van de broedgelegenheid zal minimaal de 30 x 25 x 25 cm moeten meten. Bijna in alle soorten nesten, veelal in open kastjes, maar ook kleine broedhokjes met een hoogte 15 cm, een doorsnee van 10 cm met een invlieggat met een diameter van 3 cm worden geaccepteerd. Als er geen broedgelegenheid voorhanden is broeden ze zelfs op een richel of op de grond. Het gebeurt regelmatig dat de dieren bij elkaar in de nesten gaan broeden als je ze in groepjes houd. Het is verstandig meer nestblokken, dan de koppels, te verstrekken zodat de ze zelf hun keuze kunnen maken. Als nestmateriaal kan kokosvezel of hooi gebruikt worden. |
|
Kweek: Het legsel bestaat uit 4-6 witte eitjes, die door beide ouders bebroed worden. Na 12 tot 15 dagen komen de jongen uit het ei. Na 21 tot 22 dagen vliegen de jongen uit. Na nog ca. 2 weken wachten zijn ze zelfstandig. In de regel kan er met een dag of 7 á 9 worden geringd. Rijstvogels kunnen wel 4 broedsels per jaar groot brengen. Paart men een grijze man aan een witte pop, dan blijven de bonte jongen ook na de rui meestal bont. Is de pop grijs en de man wit, dan is de kans op broedresultaat niet zo groot. |
|
Behuizing: Rijstvogels kunnen buiten worden gehouden in ze zomer en winter. Zorg er wel voor dat er een overdekte ruimte is. Als het koud zal worden gaan ze makkelijk een nest in om uit de kou te blijven. Deze nesten buwen zij zelf van alles wat zij vinden op de grond zoals takjes, blaadjes, veertjes enz. Wat extra nestmateriaal geven kan zeker geen kwaad. |
|
Temp/ Luchtvochtigheid: Wintervast. |
|
Voeding: Tropisch zaad, insecten, ongepelde rijst, groente en fruit. Uiteraard moet er altijd grit of maagkiezel aanwezig zijn. |
|
Domestica: De rijstvogels, welke als een van de eerste prachtvinken soorten in de begin jaren van de 18de eeuw werden ingevoerd, zijn inmiddels gedomesticeerd. De rijstvogel heeft, al dan niet gewild, door veelvuldige kweek, zowel een negatieve als een positieve kweekselectie ondergaan. Het gevolg is afwijkingen in formaat, model, kleur en tekening. Alleen al door deze feiten kan gesteld worden, dat binnen het keuren de rijstvogel, Lonchura Oryzivora, is gedomesticeerd. Naast de variatiebreedte binnen de soort is, als gevolg van de domesticatie, ook een aantal kleurmutaties ontstaan. Zelfs de witte en bonte vorm komen in de natuur niet voor. Dit zijn gedomesticerde kleuren. |
Roodrug parkiet
|
|
|
Latijnse naam: Psephotus haematonotus |
Nederlandse naam: Roodrug parkiet |
|
Land van herkomst: Zuid-oost Australië |
|
Grootte: 27 cm |
|
Gewicht man: 60 tot 70 gram Gewicht vrouw: 60 tot 70 gram |
|
|
Leeftijd: 12 jaar |
Ringmaat: 5 MM |
|
Onderscheid: |
|
Voliere: Grote 4 meter lang x 1.50 meter breed x 2 meter hoog. |
|
Broedblok: Hoogte 40 cm, een doorsnee van 15 cm met een invlieggat met een diameter van 6 cm. |
|
Kweek:Roodrugparkieten zijn op een leeftijd van 1 jaar geslachtsrijp en kunnen dan ook al ingezet worden voor de kweek. Als nestgelegenheid kan een nestblok verstrekt worden met een afmeting van 40 cm hoog, een bodemoppervlak van 15 x 15 cm. en een invlieggat van Æ 6 cm. Het is verstandig meerdere nestblokken te verstrekken zodat de vogels zelf hun keuze kunnen maken. Als nestmateriaal kan gebruik worden gemaakt van rottend hout, houtspaanders en of zaagsel welke vermengd wordt met potgrond of turf. De nestblokken kunnen begin maart in de volière worden opgehangen. De pop legt 4 tot 7 eitjes die om de dag worden gelegd. De eitjes worden alleen door de pop bebroed. Meestal begint de pop bij het 3e eitje te broeden. Tijdens het broeden komt de pop regelmatig uit het broedblok om zich te laten voeren door de man. Het eerste jong wordt na ongeveer 19 - 20 dagen geboren. In de eerste week worden de jongen alleen door de pop gevoerd, daarna helpt ook de man bij het voeren van de jongen. De vogels laten over het algemeen nestcontroles gemakkelijk toe. De jongen moeten op een leeftijd van ca. 7 dagen worden geringd met ringmaat 4,5 mm. Na ca. 10 dagen zijn bij de jongen de staart- en vleugelpennen zichtbaar en na 20 dagen zitten ze voor ongeveer 75% in de veren. Het eerste jong verlaat meestal tussen de 30e en 35e dag het nest. Twee tot drie weken nadat de jongen zijn uitgevlogen zijn ze zelfstandig en kunnen ze bij de ouders vandaan gehaald worden. |
|
Behuizing:Buitenvoliere. Vorstvrij. |
|
Temp/ Luchtvochtigheid: wintervast |
|
Voeding: Bestaat uit een goede zaadmengeling voor grote parkieten, en onkruidzaden. |
Zebravink
MeerZoo caresheet |
Zebravink |
|
Latijnse naam: Taeniopygia guttata |
Nederlandse naam: Zebravink |
|
Land van herkomst: Australië |
|
Grootte: 10-13cm |
|
Gewicht man: 12 gram Gewicht vrouw: 12 gram |
|
|
Leeftijd: 4-5 jaar |
Ringmaat: 2.9 |
|
Onderscheid: Mannen hebben oranje wangen en de vrouwen hebben geen gekleurde wangen. |
|
Voliere: Grote 3.00 meter lang x 2.00 meter breed x 2.00 meter hoog. |
|
Broedgelegenheid: Zebravinken broeden bijna in alle soorten nesten, veelal in open kastjes maar ook kleine broedhokjes met een hoogte 15 cm, een doorsnee van 10 cm met een invlieggat met een diameter van 3 cm worden geacepteerd. Als er geen broeggelegenheid voorhanden is broeden ze zelfs op een richel of op de grond. |
|
Kweek: Zebravinken zijn na 90 dagen al geslachtsrijp en kunnen dan ook al ingezet worden voor de kweek. Het is verstandig meerdere nestblokken te verstrekken zodat de zebravinken zelf hun keuze kunnen maken. Als nestmateriaal kan kokosvezel of hooi gebruikt worden. De pop legt 4 tot 6 eitjes waarvan elke dag 1. Meestal begint het koppel bij het 3e eitje te broeden. Om de 1 à 2 uur wisselen de pop en de man af om de eieren te broeden. Het eerste jong wordt na ongeveer 12 - 14 dagen geboren. De jongen moeten op een leeftijd van ca. 7 dagen worden geringd. Na ca. 10 dagen zijn bij de jongen de staart- en vleugelpennen zichtbaar en na 20 dagen zitten ze voor ongeveer 75% in de veren. De jongen verlaten meestal rond de 20e dag het nest. Twee weken nadat de jongen zijn uitgevlogen zijn ze zelfstandig en kunnen ze bij de ouders vandaan gehaald worden. 2 à 3 maanden later zullen de jongen op kleur zijn. |
|
Behuizing:Zebravinken kunnen buiten worden gehouden in de zomer en winter. Zorg er wel voor dat er een overdekte ruimte is. Als het koud zou worden gaan ze makkelijk een nest in om uit de kou te blijven. |
|
Temp/ Luchtvochtigheid: Wintervast |
|
Voeding: Tropisch zaad, groente en fruit. Uiteraard moet er altijd grit of maagkiezel aanwezig zijn. |
|
Groepje zebravinken |
Kanarie
MeerZoo caresheet |
Kanarie |
|
Wetenschappelijke naam: Serinus canaria. |
Nederlandse naam: Kanarie. |
|
Land van herkomst: Europa, Azië en Noord-Afrika. |
|
Grootte: 12-14 cm. |
|
Leeftijd:10-13 jaar. |
|
Gewicht man: 20 gram. Gewicht vrouw: 20 gram. |
|
Onderscheid: Mannen en poppen zijn moeilijk uit elkaar te halen. Ze hebben gelijke grote en omvang. Het enige verschil is dat de man zingt en de vrouw niet. |
|
Hoi! Ik ben Serinus canaria, maar dat is een moeilijke naam, dus ik noem mezelf gewoon Kanarie. Ik kom uit Europa, Azië en Noord-Afrika. Als ik eieren leg dan zijn dat er 3 tot 6 stuks, ik leg een ei per dag. Mijn eerste jong wordt na 12 tot 14 dagen geboren. Na 20 dagen verlaat het eerste jong het nest. Ik lust graag kleine insecten, tropisch zaad, groente en fruit. |
|
Kenmerken: Bij een mannentje is de gehele borst en buik, ook de flanken, geelgroen gekleurd. Op de rug en flanken heeft donkere streepjes. Je hebt bij gekweekte kanaries vier hoofdgroepen, dit is onderverdeeld in aparte rassen, de kleurkanarie, de zangkanarie, de postuurkanarie en de bastaardkanarie. |
|
Voliére De minimale afmetingen zijn 40 x 30 x 30 cm, liefst zitstokken met verschillende diktes. Ze moeten een stok goed vast kunnen grijpen, minimaal 12 cm is vaak voldoende. De minimale maten voor een nestkast zijn 20 x 20 x30 cm met een opening van 6 cm. Kanaries kunnen niet zo goed tegen kunstlicht (van lampen). Als je de kanaries in huis houdt, plaats dan 's avond een handdoek over het verblijf heen. |
|
|
Japanse meeuw
MeerZoo caresheet |
Japanse meeuw |
|
Wetenschappelijke naam: Lonchura domestica. |
Nederlandse naam: Japanse meeuw. |
|
Land van herkomst: Gedomesticeerd. |
|
Grootte: 10-13 cm. |
|
Leeftijd:4-5 jaar. |
|
Gewicht man: 12 gram. Gewicht vrouw: 12 gram. |
|
Onderscheid: Er is geen uiterlijk onderscheid tussen mannen en vrouwen. Daarom is het moelijk te zien wat de onderlinge verschillen zijn. Ze zijn overwegend zwart of bruin op de kop met een glanzende snavel. De onderbuik bestaat uit zwart-witte veertjes. De borst is ook zwart of bruin, afhankelijk van de kleurslag. Er zijn sinds de jaren 50 verschillende diverse kleuren gekweekt, zoals de zwartbruine Japanse meeuw, de bonte Japanse meeuw, een volledig witte Japanse meeuw, zwartbruine en zwartgrijze dieren, roodbruine en pastelroodbruin, de roodgrijze Japanse meeuw, zwarte en de crème. |
|
Hoi! Ik ben Lonchura domestica, maar omdat je zo lief kijkt mag je me ook Japanse Meeuw noemen. Als ik mijn eieren leg dan leg ik er meestal 4 tot 7 stuks. Na al een paar weken komen mijn eieren uit en dan duurt het maar 13 dagen voordat de eerste uitvliegt. Ik lust graag plantenzaadjes en fruit. |
|
|