header

Meer Zoo caresheet Wasbeer
wasbeer.jpg
Wetenschappelijke naam: Procyon lotor.
Nederlandse naam: Wasbeer.
Land van herkomst: Zuid-Canada, VS, zuidwaarts tot Panama.
Grootte: lichaam: 40 - 65 cm, staart: 30 cm.
Leeftijd:10 tot 15 jaar.
Gewicht: 3-8 kg.

Hss!! Halloo! Ik ben Procyon lotor, maar in Nederland heet ik gewoon Wasbeer. Ik kom voor in bijna heel Amerika. Ik krijg 1 keer per jaar ongeveer 3 tot 6 jongen die ik eerst 63 dagen bij me heb gedragen. Na 2,5 week gaan de oogjes open en krijgen de jonge wasberen tanden en kiezen. Ik eet alles, echt alles. Ik hou heel veel van vlees, maar ik eet alles wat ik tegenkom. Ik kan heel goed zwemmen en steek rivieren van wel 50 meter breed met gemak over. Ik kan ook heel snel rennen, ik haal snelheden van wel 24 km/uur. 

Voedsel

Wasberen eten bijna alles van vissen, kikkers, insectenen kleine zoogdierentot vruchtenen groenten. Ze hebben zich zo goed aangepast aan de mens waarbij ze vaak eten stelen uit vuilnisbakken.

Leefwijze

Wasberen leven solitair of in kleine familiegroepen. Mannetjes gedragen zich soms territoriaal. De woongebieden van mannetjes overlappen daarentegen nauwelijks met elkaar. Meestal overlapt het woongebied van een mannetje met één tot drie vrouwtjes. Onverwachte ontmoetingen tussen alleen levende dieren gaan gepaard met veel gegrom en met dreiggedrag. Onverwante dieren mijden elkaar in het algemeen.

Ze zijn vooral 's nachts actief, maar soms komen wasberen ook overdag tevoorschijn en ze zijn regelmatig in de schemering aan te treffen. Een wasbeer gebruikt meerdere verblijfplaatsen. Meestal slaapt de wasbeer overdag in ondergrondse holen, boomholten of verlaten vogelnesten, soms op aanzienlijke hoogte. Ook verlaten holen, omgevallen bomen en ruimtes tussen rotsen worden gebruikt en zelfs in riolen en schoorstenen brengen ze de dag door. Soms neemt hij overdag liggend op een boomtak een zonnebad. Meestal gebruikt maar één wasbeer een verblijfplaats, met uitzondering van vrouwtjes met hun jongen.

Wasberen houden geen winterslaap, maar raken wel inactief bij te slecht of te koud weer (bijvoorbeeld als het vriest). Als de zon schijnt zal hij echter tevoorschijn komen. Dit wordt soms wel een winterrust genoemd. De dieren in noordelijke populaties hebben langere, dikkere vachten, grotere worpen en een groter gewicht in vergelijking met andere dieren. Ook zijn de mannetjes territorialer.

De wasbeer beweegt zich voort in een langzame gang met de kop laag bij de grond, de rug gekromd en de staart laag. Toch kan hij, als het nodig is, zeer hard rennen. De wasbeer is ook een zeer goede zwemmer en klimmer. Tijdens het zwemmen blijft de kop boven water en wordt de staart gebruikt als roer.

Reuk en tastzin zijn goed ontwikkeld en helpen hem bij zijn zoektocht naar voedsel. Met behulp van de gevoelige voorpoten voelt de wasbeer in ondiep water onder stenen en in de modder of er zich voedsel bevindt. Ook brengt hij voedsel in zijn voorpoten naar het water, waar hij het kneedt en omkeert, om oneetbare delen uit het voedsel te verwijderen. Vroeger werd dit gedrag ten onrechte aangezien voor het wassen van zijn voedsel. Hierdoor is de wasbeer aan zijn naam gekomen.

Het leervermogen van wasberen is groot en ze zijn in staat eerder opgedane ervaringen te benutten om nieuwe problemen op te lossen. Ervaringen kunnen ook doorgegeven worden aan soortgenoten of aan een volgende generatie.

In normale omstandigheden zijn wasberen vrij schuw, maar in door de mens bewoonde gebieden kunnen ze vrij brutaal worden. De dieren vertonen zich nogal eens in de buurt van voorsteden, boerderijen en stadsparken, waar de wasberen tussen de vuilnisbakken scharrelen, binnendringen in de hokken van pluimvee en plantages plunderen.

 MG 5970