header

Meer zoo caresheet Roodrugparkiet
 Afbeeldingsresultaat voor roodrugparkiet Wetenschappelijke naam: Psephotus haematonotus
Nederlandse naam: Roodrugparkiet.
Land van herkomst: Zuid-oosten van Australië.
Grootte: 27 tot 30 centimeter lang (kop tot staart).
Leeftijd: tussen de 15 en 30 jaar

Gewicht:55 tot 70 gram.
Ringmaat: 5 mm.

Dit is de Psephotus haematonotus. Ook wel Roodrugparkiet genoemd. Hij komt voor in het zuid-oosten van Australië. Hij wordt ongeveer 30 cm lang met een gewicht van 55 tot 70 gram. Tijdens de broedperiode leggen ze 4 tot 6 eieren die na 19 dagen uitkomen. Als de jongen ongeveer 4–5 weken oud zijn zullen ze het nest verlaten.

Mutaties:

Van de roodrugparkiet zijn door de jaren heen verschillende mutaties gekweekt, waardoor de kleur en aanvankelijk sommige lichamelijke kenmerken veranderden. Hierdoor krijg je als gevolg als je een 'normale' roodrug koppeltje koopt en er na een bepaalde tijd mee kweekt, er verschillende kleuren in het nest kunnen liggen. Wanneer je echter wil beginnen met mutatiekweek, zie dat je altijd een paar raszuivere normale koppels hebt om op terug te vallen, want mutatievogels worden kleiner als je ze bij elkaar plaatst. De niet-gewenste lichamelijke veranderingen (zoals een kwalitatief slecht verenkleed en een slechte algemene gezondheid) kunnen door selectieve kweek uitgefilterd worden. Enkele mutaties van de roodrugparkiet zijn:

Lutino (een gele vogel, de man heeft een rode stuit, hierdoor kun je ze meestal uit elkaar houden.)

Pallid (ook wel pastel genoemd, vroeger ging hij met de gele roodrug door het leven omdat hij de eerste mutatie was bij de roodruggen. De man lijkt op de wildkleurman, maar dan lichter, de pop is fletser gekleurd)

Australisch blauw (de man is felblauw gekleurd met een grijze rug en een witte onderbuik, de pop is overwegend donkergrijs met een blauwe onderrug en staart)

Bont (de man en pop zijn zeer gelijkaardig, namelijk een gele vogel met wisselend donkergroen patroon vooral op de rug, de vleugels en in de staart, man en pop zijn nog te onderscheiden aan de grootte van de vogel en de kop (vorm)).

Cinnamon

Opaline

Oranje

Deze laatste drie zijn de meer recente mutaties, als je deze aanschaft, let er dan wel op als je een koppeltje hebt, deze jongen kleiner en kleiner zullen worden. Men is nu zover dat er veel mutaties bestaan.

Vererving:

De vererving van dergelijke mutaties geschiedt op verschillende manieren. Er bestaan geslachtsgebonden verervingen (via de  geslachtshormonen bijvoorbeeld lutino en pastel), recessieve verervingen (bijvoorbeeld blauw en recessief bont), dominante verervingen (bijvoorbeeld dominant bont en grijs) en nog enkele minder bekende.

Door bepaalde mutaties aan elkaar te koppelen, ontstaan er gecombineerde mutaties. Zo zijn er al secundaire (bijvoorbeeld pastelblauw), tertiaire (bijvoorbeeld ino pallid blauw, ook wel verkeerdelijk de ino platinum genoemd, hoewel de echte platinum een mutatie op zichzelf is die momenteel enkel in Australië terug te vinden is) en zelfs kwadritaire mutaties (bijvoorbeeld ino pallid opaline blauw) gekweekt.

Een albino is een voorbeeld van een secundaire mutatie. Deze mutatie komt als volgt tot stand:

De wildkleur roodrugparkiet is een groene vogel en bestaat bijgevolg uit gele en blauwe kleurpigmenten. Er bestaan gele roodrugparkieten, de ino's, die dus geen blauwe kleurpigmenten meer in zich hebben. Daarnaast bestaan er ook blauwe roodrugparkieten, de Australische blauwe, die bijgevolg geen gele kleurpigmenten meer dragen. Een kruising van beide vogels leidt eerst tot splitvogels. Deze vogels dragen de genen van beide kleuren wel in zich, maar laten er maar eentje van zien. Ze geven de andere kleur wel genetisch door aan (sommige van) hun jongen. Wanneer deze splitvogels (bijvoorbeeld ino split blauw of blauw split ino of wildkleur split blauw en ino) opnieuw aan een andere vogel in deze context worden gekoppeld (bijvoorbeeld een ino split blauw met een blauwe pop), komen daar albino's uit, die dus noch gele noch blauwe kleurpigmenten bevatten. Aanvankelijk zijn dit eerst enkel albino poppen die hieruit gekweekt worden, maar door hiermee door te kweken, kunnen ook albino mannen worden gekweekt.

Kleur man: De man is groen, met een rode stuit (op de rug daar waar staart begint) en een gele buik.

Kleur vrouw:Het vrouwtje is overwegend olijfgroen.

Voliere: Grote ca 4 meter lang en 150 cm breed en 200 cm hoog, Het broedblok ca 40 cm hoog met een doorsnede van 15 cm en een invlieggat van ca 6 a 7 cm.
De jongen: Het eerste jong wordt na ongeveer 19 - 20 dagen geboren. In de eerste week worden de jongen alleen door de pop gevoerd, daarna helpt ook de man bij het voeren van de jongen. De vogels laten over het algemeen nestcontroles gemakkelijk toe. De jongen moeten op een leeftijd van ca. 7 dagen worden geringd met ringmaat 4,5 mm. Na ca. 10 dagen zijn bij de jongen de staart- en vleugelpennen zichtbaar en na 20 dagen zitten ze voor ongeveer 75% in de veren.Het eerste jong verlaat meestal tussen de 30e en 35e dag het nest. Twee tot drie weken nadat de jongen zijn uitgevlogen zijn ze zelfstandig en kunnen ze bij de ouders vandaan gehaald worden.

Wist je dat...

Dat wij hele goede pleegouders zijn voor de eitjes en de jongen van andere australische parkieten.